Nieuwe ontdekkingen ten zuiden van Pran Buri.
- Hans van den Waardenburg
- 27 jul
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 6 okt

Nog steeds valt er veel te ontdekken ten zuiden van Pran Buri. Zoals eindeloze verlaten stranden en een geweldig mooi nationaal park.
Toch was het nodig eerst de Khao Kalok Trail volledig te bedwingen. Vorig jaar tot halverwege. Dit keer volledig, heen en terug. Boven op de berg met het geweldige uitzicht op zee naar beneden tot het tweede uitzichtpunt. En daarna voert het pad weer omhoog over rotsblokken, touwen en enkele ladders tot Kungsai Beach. Compleet verlaten en alleen te bereiken via de trail. Behalve 2 sportieve dames uit BangkokĀ is er dus niemand te bekennen. Met wat behendigheid en oefening verloopt de terugtocht goed. De hele trail is in een uur of 2 of 3 goed te doen. Daarna ben je voor de rest van de dag zo goed als uitgeschakeld.
Met de auto ben je binnen 2 tot 3 uur aan de witte stranden van Bang Saphan Noi. Zuidwaarts vanaf de stad Prachuap Khiri Khan. Na de lange rondreis en de beklimmingen wordt het tijd voor wat ontspanning.Ā Dat kan prima bij Hadsaan Resort. Bungalows direct aan het strand. Hangmatten aan de bomen. Strandstoelen en zitjes overal aanwezig. Rustig aan het einde van het regenseizoen. Wandelen in de vroege ochtend langs de zee. Aan het einde van de middag van zwemmen. En bij het vallen van de avond eindeloos staren naar de talloze vissersboten, in een boog voor de kust liggend.Ā
De omgeving leent zich ook nog eens voor een korte verkenning. Zoals aan een groteĀ baai in een vissersdorp net buiten Bang Saphan. DaarĀ liggenĀ overal honderden visjes te drogen op rekken langs de weg. Het uitzicht van daaruit op de hele kustlijn is adembenemend. En ten slotte smaken de vissoep en zeebaars met groenten, cashewnoten en saus eromheen in een restaurant met uitzicht op de zee overheerlijk.
Terug naar Prachuap Khiri Khan en aangekomen bij Kui Buri is er een afslag naar rechts. Je komt in een groot berglandschap terecht aan de grens met Myanmar (Birma). Bijna geen verkeer en bebouwing. Alleen natuur. Dan nadert de ingang van Kui Buri National Park. Een enormĀ groot en woest nationaal park. Hier zijn o.a. buffels en olifanten te zien. Daarvoor rijden open terreinwagens over hobbelige lange zandwegen naar de uitkijkposten.
Op het centrale eindpunt op een vlakte zijn in een dal meerdere kuddesĀ van zwarte buffels te zien. Rustig grazend. In de verte dondert het in de bergen. Het blijft gelukkig droog. Iets terug op de route bij een andere post komen aan een meer de olifanten te voorschijn. Ze drinken water. Er is een baby-olifant bij. Na een minuut of 15 tot 20 trekken de reusachtige dieren zich terug in het bos.
De kleine karavaan van terreinwagens koerst aan het einde van de middag terug naar de ingang van het park. Rijdend over deĀ verlaten weg door het gebergte nog net voor donker op de hoofdrijbaan terug naar Pran Buri. Daar is op donderdagavond een grote avondmarkt gaande. In de drukte en hectiek van de verrassende foodmarket is het fijn te beseffen dat op iets meer dan een uur rijden de wereld totaal anders is. De rust en vrede van een indrukwekkend natuurgebied.
En dan schijnt het dat er in een grote cirkel rondom Pran BuriĀ toch nog onontdekte plekken en gebieden zijn.Ā Een prettige gedachte met de komende wintermaanden van Nederland in het verschiet.Ā Ā








Opmerkingen