Laatste dag in Bangkok. Een dag vol belevenissen.

Met volle vaart in een tuk-tuk richting BTS-station Phaya Thai. Daar nam ik de bovengrondse metro naar het Chatuchak Park. Eerder ontmoette ik New, een Thaise dame die mij een rondleiding in dit enorme park van Bangkok wilde geven. Na de hectiek van markten en het bijna gekmakende verkeer was die uitnodiging als een geschenk uit de hemel: een heerlijk gevoel van rust en geluiden uit de natuur. Ik zag exotische eekhoorns en uit het niets opdoemende varanen die de vijvers inglijden.

Vervolgens deed ik mee met de dagelijkse fitnessoefeningen van wat oudere mannen. Die waren nog zeer fit, vooral de bijna 80-jarige die naar eigen zeggen nog dagelijks zijn oefeningen doet. Iets verder was ook een groep dames bezig met een Thaise dans. En er was natuurlijk zoveel exotisch natuurschoon te bewonderen; te gek voor woorden.

Tegen de avond met dezelfde metro terug naar Phaya Thai. Daar had ik een voor mij bijna dollemansrit op een scootertaxi naar het guesthouse. De bestuurder bleek gelukkig over stalen zenuwen te beschikken, met daarbij een uitstekende scooter rijvaardigheid. In de avond kreeg ik deel twee van de rondleiding: Khao San. Zoals gezegd, of beter zoals vermeld op de vele reisblogs, het mekka van de backpackers. Het bleek een complete heksenketel van vertier, eetgelegenheden en extreem luide open lucht discotheken te zijn, met natuurlijk de voetbal-tv-schermen van het WK erbij. Ik at geroosterde krokodillen kebab in zwarte bonensaus, liep snel voorbij aan een assortiment van geroosterde insecten en zag enorm energieke breakdancers hun kunsten vertonen. Een groter contrast ten opzichte van het parkbezoek was niet te bedenken. Maar goed, Bangkok is dan ook de stad van uitersten.