Chiang Rai. Tussen kitsch en natuurschoon.
- Hans van den Waardenburg
- 14 jul
- 2 minuten om te lezen
Met een busreis van iets meer dan drie uur door een mooi berglandschap kom je er: Chiang Rai. Zeker geen Chiang Mai in miniatuur, maar een meer compacte stad in het uiterste noorden met een aangenaam koel briesje, nog authentiek en overgoten met een klein vleugje toerisme. En dat heeft zo zijn charmes, maar ook weer hilariteit. Ook hier zijn een paar dikbuikige Engelsmannen neergestreken, gekleed in Hawaïblousen en stoer/trots van zich afkijkend, met aan hun zijde de nieuwste Thaise verovering, wat vanuit hun positie bekeken dan een superminivrouw is.
Wie van glitter en kitsch houdt, moet hier zeker zijn. Er valt niet aan te ontkomen. Neem bijvoorbeeld de sierlijke klok op het plein in het centrum van de stad. In de avond straalt deze klok allerlei felle kleuren uit over het plein. Of de exotische danseressen onder de even zo sierlijke luifel van de night bazaar. En als laatste de enorme witte tempel ongeveer twaalf kilometer buiten de stad. Tsja, wat te vinden van dit tierelantijnen witte (pot)sierlijke bouwwerk? Ik besloot er op een afstand naar te kijken zonder naar binnen te gaan, want ik ga voor natuurschoon.
En dat was acht tot negen kilometer verder fietsen volop te vinden in het Singha Park. En ook erbuiten wat betreft uitzicht op omringende bergen. Een weliswaar kunstmatig aangelegd park omgeven door golfbanen, maar desondanks toch met een natuurlijke uitstraling. Je kunt er via een rondweg gemakkelijk omheen fietsen. De meesten laten zich echter met een elektrisch aangedreven busje door het park vervoeren. In het midden van het park zijn agrarische werkzaamheden gaande. De zwanen in het meer worden omringd door honderden exotische vissen. Er zijn eindeloze velden van kleurrijke bloemen te bewonderen. In een aangrenzend, buiten het park gelegen dorpje heeft de tijd stilgestaan. Een jongen die in een boom geklommen was, schoot met zijn professionele kruisboog—het had ook wel iets weg van een harpoen—mis op een vette, glibberige vis in een poel.
De fietstocht terug naar Chiang Rai verliep soepel en snel. En dan liggen de tientallen gerechten op de foodmarkt tegen het begin van de avond heerlijk geurend in de vitrines, pannen en schalen te wachten. Voeg daaraan toe een korte avondwandeling op de night bazaar, en deze dag is de zoveelste Thaise parel op rij. Chiang Rai is mijn favoriet, en ik blijf hier daarom nog een tijdje hangen.









Opmerkingen