Ayutthaya, deel 2, grote wandeling langs ruïnes en tempels buiten het centrum.
- Hans van den Waardenburg
- 14 jul
- 3 minuten om te lezen

Aan het begin van deze reis dacht ik als Europeaan dagen nodig te hebben om te wennen aan het tropische klimaat. Dat is mij meegevallen. Wat meewerkt, is op tijd, rond 7 uur, op te staan en na een ontbijt aan een lichamelijke inspanning te beginnen. Tussen 14:00 en 16:00 geen inspanningen te doen, in de schaduw te zijn of op de kamer met de airco aan. Daarna weer naar buiten om de stad in te lopen of iets anders te doen.
Zo begon ik vandaag, na een ontbijt langs de weg van soep met noedels en een mix van vlees, tofu en lever, aan een lange wandeling door het gebied van de tempelruïnes buiten de stad. Zoals altijd is maps.me daarbij mijn grootste vriend. Alle mogelijke ruïnes en tempels staan er precies op aangegeven. Even het punt van bestemming op de kaart aanklikken, de wandelroute ernaartoe instellen en lopen maar. Wat een verschil met een papieren wandelkaart die altijd verkeerd omgevouwen is of bijna uit elkaar dreigt te vallen.
Ik liep richting Wihan Phra Phutthasaiyat. Daar trof ik de reusachtige liggende Boeddha Wat Lokaya Sutha aan, een enorm object waarachter een veld ligt met meerdere ruïnes. Het gevaarte werd in 1954 gerestaureerd. Werkelijk prachtig om te zien. Onderweg zag ik vele oude houten woningen op palen in het water staan. Aan een rivier bleek een buitenfitnesscentrum te zijn opgericht. Vele slapende honden langs de weg. Geen probleem. Het gezegde is bekend: maak ze niet wakker. Voorzichtig eromheen lopen en ze slapen gewoon door. Tussendoor liep ik langs een buitenmis van de plaatselijke dorpstempel met druk in de weer zijnde monniken in de bekende oranje gewaden.
In de verte was een torenhoog, spits toelopend object te zien. Zeker de moeite waard, maar zou het haalbaar zijn te voet? Het was de Wat Phukhaa Thong, de Gouden Berg. Ik heb een hekel aan de woorden 'must see', maar wilde, gezien de mooie aanblik in de verte van het monument, mij wel extra in het zweet werken. Op het pad ernaartoe werd ik door de allervriendelijkste mensen benaderd en begroet. In die gastvrijheid maakte het niet uit een paar kilometer erbij te lopen.
En toen kwam het gebouw in volle omvang in zicht. Zo mooi. Iets om uren naar te kijken. Zelfs het beklimmen van de steile trappen omhoog zat er nog in. Eenmaal boven kwam de traktatie van een enorm uitzicht over het gehele gebied en de stad. Ik heb van deze klim, met de pauzeknop telkens in de aanslag, een paar video-opnames gemaakt. Helaas, ze zijn mislukt. Gelukkig heb ik een paar foto's van het bouwwerk weten veilig te stellen.
Na een rustpauze nam ik een directe wandeltocht terug richting het guesthouse. Een groot deel ervan was een lange weg met aan weerszijden bomen en schaduw. Dus de finish kwam boven verwachting snel in zicht. Het was volop lunchtijd geworden in de stad. Ik liep iets verder naar de tent waar ik gisteren gegeten had. Nog een les: daar waar veel Thaise mensen eten en de gerechten zichtbaar in pannen en op grillroosters worden klaargemaakt, ben je het beste af. Ook deze keer. De noedelsoep, gevolgd door gekruide vleessticks met een heerlijk sausje, waren de engeltjes op mijn tong. De koks gaven mij toestemming de bereiding van hun wonderlijke gerechten te filmen.
Van daaruit ging ik terug naar het guesthouse, rond 13:30 uur. Net voor de meedogenloos brandende zon was ik veilig binnen. Aan de voorzijde is een halfopen houten en overdekt tuinhuis opgesteld. Lekker in de schaduw en met een ventilator aan. Prima gelegenheid om dit verslag te maken en de video's en foto's te verwerken. En bovenal in gedachten de route voor morgen te bepalen: richting het noordoosten, de Isaan in.








Opmerkingen